top of page

Over onze spelregels

Alle traditionele kaartspellen kunnen met het Quadri kaartspel gespeeld worden, maar krijgen een speciale touch door middel van de vragenkaartjes en unieke illustraties. Het doel van het Quadri kaartspel is om zoveel mogelijk spelrondes te winnen en vraagjes te beantwoorden. Hoeveel rondes en hoeveel verschillende spelletjes je speelt is vrije keuze. Het aantal personen waarmee ieder spel gespeeld kan worden, wordt vermeld bij de uitleg van het gekozen spel. Ben je met meer personen, dan kan je eventueel teams vormen.

Als je hebt bepaald welk spel je zal spelen, moet je uitmaken wie er zal beginnen. Hiervoor zijn er startkenmerken opgesteld. De jongste deelnemer kiest 1 letter van het alfabet en met dat kenmerk wordt het eerste spel gestart. Na afloop van dat spel ga je met de klok mee om te bepalen wie een andere letter mag kiezen.

​

Klik hier om de regels rond het starten van het spel te bekijken.

​

​

​

​

De winnaar van een spelronde kiest 1 getal tussen 1-90 en die vraag wordt voorgelezen door een medespeler. Indien de winnaar de vraag kan/wil beantwoorden, krijgt hij een punt. Zo niet, dan krijgt hij geen punt. De score kan eventueel bijgehouden worden op een apart blad papier.

​

Hieronder vind je de verschillende spellen die gespeeld kunnen worden. Een klik op de naam van het spel brengt je automatisch naar de uitleg ervan.

Wie begint het spel?

Zoals hierboven al werd uitgelegd mag de jongste speler een letter kiezen uit het alfabet. Voor die letter vind je hieronder de bijhorende regel. Die regel bepaalt welke speler het spel mag beginnen.

a)  De speler met de grootste schoenmaat
b)  De speler met kleinste schoenmaat
c)  De oudste speler
d)  De speler die het eerst in een kalenderjaar verjaart
e)  De speler die het eerst in een schooljaar verjaart
f)  De speler met de laagste postcode
g)  De speler met de hoogste postcode
h)  De speler met het kleinste huisnummer
i)  De speler met het grootste huisnummer
j)  De speler met het meest aantal huisdieren
k)  De speler met de langste pink
l)  De speler die met zijn tong het dichtst bij zijn neus komt
m)  De speler met de kortste haarsnit 
n)  De speler met het meest aantal hobby’s  
o)  De speler die de kleurrijkste kleding aan heeft 
p)  De speler die het meeste koffie drinkt
q)  De speler die de meest speciale sokken aan heeft
r)  De speler die het verst een land bezocht heeft (vanaf België gezien)
s)  De sportiefste speler
t)  De grootste speler 
u)  De kleinste speler 
v)  De speler met de langste haren 
w)  De speler met de grootste neus 
x)  De speler met de mooiste ogen
y)  De speler die het het meest gamet
z)  De speler met de grootste handen

wie begint?

Jokertje trek (vanaf drie personen)

Doel van het spel?
Zorg dat je als eerste al je kaarten aflegt en dat je niet overblijft met de joker. 

​

Hoe gaat het spel?
Alle kaarten worden verdeeld over het aantal spelers inclusief een joker. Het aantal jokers (1 of 2) kan bepaald worden afhankelijk van het aantal spelers (zelf te kiezen). Eerst mogen alle spelers hun paren, kaarten met hetzelfde cijfer en dezelfde kleur (bijvoorbeeld baby koeken en baby harten), afleggen in het midden van de tafel. Om de beurt mag een speler, bij de speler die een beurt voor hem heeft afgelegd, een willekeurige kaart trekken. Wanneer de speler een kaart getrokken heeft, mag hij eventuele paren afleggen en is de volgende speler aan de beurt. Het spel eindigt wanneer 1 iemand (of 2 personen) overblijft (of twee overblijven) met de joker.

De winnaar (degene die als eerste al zijn kaarten heeft afgelegd) mag een vraagje beantwoorden uit de trekstapel. Hiervoor krijgt hij een extra puntje.

jokertje trek

Kwartet (vanaf twee personen)

Doel van het spel?
Zo veel mogelijk setjes van 4 dezelfde illustraties (kwartetten) verzamelen. De speler met de meeste kwartetten, wint.

Hoe gaat het spel?
Iedere speler krijgt 7 kaarten, de rest van de kaarten vormt een stapel die in het midden van de tafel ligt. De 7 kaarten neem je in je hand en laat je niet aan de andere spelers zien. Het doel is om 4 kaarten van dezelfde illustraties te hebben, dit is een kwartet. Als je aan de beurt bent, vraag je aan één van de andere spelers een kaart die je niet hebt. Dat moet dan wel een kaart zijn van een kwartet waarvan je zelf minimaal 1 kaart in je hand hebt. Als dat zo is, moet de speler de gevraagde kaart afgeven. Bijvoorbeeld: je kan enkel vragen aan een andere speler ‘heb je baby klaveren?’ indien je zelf baby harten en/of baby koeken en/of baby ruiten hebt. Als de andere persoon de gevraagde kaart niet heeft, moet de speler een kaart rapen van de stapel. Wanneer 4 kaarten met dezelfde illustraties in handen zijn van 1 speler mag hij zijn ‘kwartet’ afleggen. Het spel stopt wanneer alle kwartetten gevormd zijn. 

 

De winnaar is diegene met het meeste aantal kwartetten. Die persoon mag 1 nummer zeggen van 1-90 uit de vragenkaartjes en deze vraag beantwoorden. Hiervoor krijg je een punt.

kwartet
Stronten

Stronten (van twee tot twaalf personen)

Doel van het spel?
4 dezelfde illustraties in je handen krijgen en op de stapel kloppen.

​

Hoe gaat het spel?
Je maakt in het begin van het spel een selectie van kaarten waarmee je zal stronten. Indien er 4 spelers zijn, heb je de 4 hoogste illustraties nodig (kat en hond, opa, oma, postbode). Dat zijn 16 kaarten in dit geval. Daarna krijgt iedere speler 4  kaarten uitgedeeld. De rest van de kaarten wordt in het midden op een stapel gelegd. Elke speler kiest een illustratie waarvan hij/zij een volledige set illustraties wil verzamelen (dus bv. alle postbodes), zonder dit aan de rest van de spelers te vertellen. Bij iedere ronde geef je een kaart, die je niet nodig hebt om 4 dezelfde illustraties te bemachtigen, door aan de persoon links van je. De volgende rondes doe je hetzelfde tot je 4 dezelfde illustraties in je handen hebt. Als dit het geval is, leg je je hand op de stapel in het midden van de tafel. De rest van de spelers moeten hun hand zo snel mogelijk bovenop de stapel leggen. De persoon die als laatste zijn hand op de stapel legt, moet een kaart trekken van de stapel. De waarde die op de kaart staat, is het aantal strafpunten voor de verliezer. Let op! Een persoon die strafpunten verzameld heeft, heeft de kans om die kaart tijdens het spel door te schuiven naar een medespeler. Indien de medespeler dat niet opmerkt binnen 5 seconden, dan behoort de kaart tot de medespeler en is de andere persoon van zijn strafpunten verlost. Verder kan iedere speler ook voor de grap naast de kaarten slaan of doen alsof hij zijn hand op de stapel kaarten legt, ook al heeft die persoon niet 4 dezelfde illustraties. Indien een medespeler dan wel zijn hand op de stapel legt, moet hij 1 kaart pakken en is het potje gedaan.

​

De winnaar (degene die als eerste al zijn kaarten heeft afgelegd) mag een vraagje beantwoorden uit de vragenkaartjes. Hiervoor krijgt hij een extra puntje.

Wippen (van twee tot vier personen)

Doel van het spel?
Zoveel mogelijk combinaties proberen te vinden tussen jouw kaarten en de kaarten op de tafel. Ook is het gunstig om zoveel mogelijk ‘WIP’ te hebben, want dat levert extra punten op.

​

Hoe gaat het spel?
De deler geeft iedere speler 2 kaarten. Voor hij zichzelf 2 kaarten geeft moet hij 2 kaarten met de illustratie naar boven op tafel leggen. Daarna geeft hij zichzelf 2 kaarten. Dit herhaalt zich opnieuw totdat iedere speler 4 kaarten in zijn handen heeft en op de tafel 4 kaarten liggen met de illustratie naar boven. De overige kaarten worden bijgehouden voor de komende rondes. Nu begint het spel. Je probeert combinaties te maken met 1 kaart uit je hand en met de kaarten die op de tafel liggen. Een voorbeeld van zo’n combinatie: Ik heb een 7 in mijn handen en op tafel ligt een 4 en een 3. Dan leg ik de 7 op de 4 en de 3 zodat de rest ziet dat ik een combinatie heb kunnen vormen. Daarna mag je de kaarten van de tafel nemen en bij jou leggen. Als je de laatste kaarten van de tafel neemt (zodat de tafel helemaal leeg is) zeg je luid ‘WIP’. Als je geen enkele combinatie vindt tussen jouw kaarten en de kaarten in het midden van de tafel, dan moet je een kaart naar keuze afleggen in het midden. Wanneer geen enkele speler nog een kaart in zijn handen heeft, begint de volgende ronde. De deler deelt opnieuw 4 kaarten uit aan iedere speler en 4 kaarten aan het midden en het spel gaat verder. Er kunnen nu dus meer dan 4 kaarten in het midden liggen door de overgebleven kaarten uit vorige rondes. Het spel stopt wanneer de stapel met kaarten op is. In de laatste ronde die gespeeld wordt, krijgt de speler die de laatste combinatie gevonden heeft al de kaarten die nog in het midden liggen.

​

Alle spelers nemen nu hun hoopje met verzamelde kaarten en tellen het aantal kaarten. De speler met het meest aantal kaarten krijgt een punt. Opgelet! Elke behaalde ‘WIP’ levert een extra punt op bovenop het aantal kaarten dat je al verzameld had. Het aantal punten dat elke speler behaalt, bepaalt hoeveel vraagjes hij/zij mag beantwoorden. Een voorbeeld om de puntentelling te verduidelijken: stel je hebt 14 kaarten waarvan 2 ‘WIP’ zijn. Als je het hoogste aantal punten van alle spelers hebt verdien je dus 1 punt. Zoals eerder vermeld had je ook 2 keer ‘WIP’ dus dit levert 2 extra punten op. In totaal heb je dus 3 punten en mag je dus 3 vraagjes beantwoorden.

Wippen

Hoger lager (vanaf twee personen)

Doel van het spel?
Het doel van het spel is om 4 rondes te winnen door telkens te gokken welke waarde je kaart in de volgende ronde zal zijn.

Hoe gaat het spel?
De aas is de laagste kaart en de koning de hoogste. De deler neemt de eerste kaart van de stapel, legt deze op de tafel en vraagt aan degene langs hem om te gokken of de volgende kaart van de stapel hoger of lager is. Als je gelijk hebt, dan win je de ronde en gaat het spel verder. Als je fout gokt, verlies je en is de volgende speler aan de beurt. Indien gewenst kan ‘de deler’ afgewisseld worden tussen de spelers.

​

Wanneer eenzelfde speler 4 rondes ‘juist’ gegokt heeft mag hij een vraagje beantwoorden. 

Hoger Lager

Patience (één persoon)

Doel van het spel?
Bij Patience is het doel om vier stapels kaarten te maken. Iedere stapel moet dezelfde kleur hebben. Bovendien moeten de kaarten in de volgorde aas naar heer worden geplaatst (A-2-3-4-5-6-7-8-9-10-B-D-H). Dat doe je door de vier lege stapels in te vullen.

​

Hoe gaat het spel?
Bij dit spel worden er 7 kolommen kaarten gedeeld waarbij steeds 1 kaart meer wordt neergelegd dan bij de voorgaande kolom. De onderste kaart ligt met de illustratie naar boven, de rest ligt omgedraaid. De kaarten die overblijven worden op 1 basisstapel geplaatst. De uitdaging bij dit spel is om 4 stapels kaarten te maken waarbij elke stapel dezelfde kleur heeft, en de kaarten moeten in volgorde aas naar heer geplaatst worden. Door kaarten weg te leggen op de basisstapels of door kaarten bij andere kolommen toe te voegen worden de omgekeerde kaarten vrijgespeeld. De kaarten uit de basisstapel worden één voor één getrokken en in het spel verwerkt. Het spel stopt wanneer alle kaarten vrijgespeeld zijn en in volgorde liggen op de basisstapels.

​

Omdat dit spel alleen gespeeld wordt, worden er geen vragenkaartjes aan gekoppeld.

Patience

Uno (van twee tot vier personen)

Doel van het spel?
Als eerste al je speelkaarten wegspelen.

​

Hoe gaat het spel?
Iedere speler ontvangt aan het begin van het spel 7 kaarten. De overgebleven speelkaarten worden met de illustraties naar beneden in het midden van de tafel op een hoop gelegd. De eerste kaart van de hoop wordt omgedraaid en naast de hoop neergelegd. Dat is de startkaart. De eerste speler kan vervolgens een kaart op deze kaart neerleggen als deze hetzelfde nummer/illustratie of symbool heeft als op de startkaart. Bijvoorbeeld: er ligt een ‘baby 2 harten’ op tafel. Daarna mag elke kaart met het cijfer 2/illustratie baby of elke kaart met het symbool ‘harten’ neergelegd worden.

Kan de speler geen kaart neerleggen, dan moet hij een kaart van de hoop rapen. Deze mag direct neergelegd worden, maar als dat niet kan gaat de beurt over. 

 

Naast de cijferkaarten (1-9) zijn er ook speciale kaarten. 

Kaarten met cijfer 10/illustratie rolstoel zorgen ervoor dat de volgende speler een beurt moet overslaan. 

Kaarten met een boer (V)/illustratie postbode zorgen ervoor dat de speelrichting omgedraaid wordt. Kaarten met een dame (D)/illustratie oma zorgen ervoor dat de volgende speler 2 kaarten moet rapen. 

Kaarten met een koning (R)/illustratie opa zorgen ervoor dat de volgende speler 4 kaarten moet rapen. 

Ten slotte zorgen de 2 jokers ervoor dat het symbool (harten/klaveren/ruiten/schoppen) waarmee gespeeld wordt, gewijzigd kan worden.

Belangrijk om te weten is dat speciale kaarten die hetzelfde cijfer/letter of dezelfde illustratie hebben ook op elkaar gelegd mogen worden. Bv. als de speelrichting met de wijzers van de klok mee gaat en je rechterbuur heeft een dame (D)/illustratie oma opgelegd en je hebt zelf ook een dame (D)/illustratie oma, dan mag je deze hierop leggen en moet je linkerbuur vervolgens 4 kaarten rapen (indien hij geen dame (D)/illustratie oma heeft).

 

Als een deelnemer nog maar 1 kaart overheeft, dan moet hij/zij UNO roepen. Vergeet de speler dat en speelt hij het spel uit, dan moet hij 2 kaarten van de hoop rapen en speelt hij opnieuw mee.


De persoon die als eerste al zijn kaarten heeft afgelegd mag een vraagje beantwoorden

Uno

Meester (van twee tot zes personen)

Doel van het spel?
In dit spel probeer je zo weinig mogelijk kaarten na een ronde over te houden. Degene met de minste minpunten, wint het spel.

Hoe gaat het spel?
De spelers beginnen met 6 kaarten en er wordt 1 kaart open op tafel gelegd, dus met de illustratie naar boven, naast de trekstapel. De spelers gaan vervolgens om de beurt een kaart afleggen volgens cijfer. Je mag enkel een kaart afleggen met dezelfde waarde als de kaart die op tafel ligt, een waarde hoger of een Meester kaart. Een lagere waarde mag niet gespeeld worden. Na een Meester kaart heeft de volgende speler de mogelijkheid om dezelfde Meester kaart af te leggen of om een 1 kaart af te leggen. Mocht de speler geen kaart kunnen/willen afleggen, dan mag je een kaart trekken van de trekstapel. Als de trekstapel op is, mag er niet geschud worden en moet er of gespeeld worden, of mag er gepast worden.
Nadat alle spelers gepast hebben, heeft de laatste persoon de mogelijkheid om kaarten af te leggen, tot die persoon niet meer kan. Een kaart pakken is niet meer mogelijk. Mocht een speler al zijn kaarten weten af te leggen, dan heeft die geen kaarten meer over en eindigt een ronde direct.


Kaarten in je hand zijn minpunten waard en die minpunten zijn gelijk aan de waarde van de kaart. Mocht je meerdere keren een kaart van dezelfde waarde in je hand hebben, dan tellen de minpunten maar 1 keer. Meester kaarten zijn tien minpunten waard.

 

De spelers tellen de waarde van de minpunten op en de speler met het laagst aantal minpunten mag een vraagje beantwoorden. Hiervoor krijgt die persoon een punt.

Meester

21-en (vanaf twee personen)

Doel van het spel?
Probeer er als eerste voor te zorgen dat de som van je kaarten aan het einde van de ronde zo dicht mogelijk bij 21 ligt of 21 bedraagt. Maar let op! Als een speler over de 21 gaat, verliest hij.

​

Hoe gaat het spel?
Vanaf het begin wordt een deler aangeduid die om de beurt een kaart uitdeelt aan elke speler. De deler vraagt aan een speler of hij/zij nog een kaart bij wil hebben. De opa is 3 punten waard, de oma 2 punten en de postbode 1 punt. Bij het trekken van kat en hond kan de speler kiezen of deze een waarde van 1 heeft of van 11. De rest van de kaarten (2-10) behouden hun eigen waarde. Wanneer de speler geen kaart meer bij wil, gaat de deler naar de volgende speler en herhaalt hij het proces. Als de deler bij elke speler is geweest, mag je je bekomen waarde aan de rest van de spelers vertellen.

​

De speler(s) die de beste waarde bekomen is (21 of zo dicht mogelijk, maar niet over 21), mag een vraagje beantwoorden en kan dus een punt verdienen.

21-en

Pesten (vanaf twee personen)

Doel van het spel?
Zo snel mogelijk al je kaarten afleggen.

​

Hoe gaat het spel?
De deler zorgt ervoor dat iedere speler 7 kaarten krijgt. Nadat dit gebeurd is, wordt er een kaart omgedraaid van de stapel en met de illustratie naar boven in het midden van de tafel gelegd. De rest van de kaarten leg je hier naast. De spelers leggen om de beurt een kaart af op een centrale aflegstapel. De af te leggen kaart moet qua nummer of kleur gelijk zijn aan de bovenste kaart van de aflegstapel. Degene die als eerste al zijn kaarten kwijt is, is de winnaar.

​

Enkele speciale kaarten:
2 = de volgende moet 2 kaarten rapen
8 = de volgende moet een beurt overslaan
postbode = mag op elke kaart gelegd worden.

 

De winnaar van het spel (degene die als eerste zijn kaarten kwijt is) mag een vraagje beantwoorden.

Pesten

Memory (van één tot vier personen)

Doel van het spel?
Combinaties vormen met dezelfde illustraties en dezelfde kleur.

​

Hoe gaat het spel?
Alle speelkaarten worden met de illustratie naar beneden op tafel gelegd. Hierna probeer je 2 dezelfde kaarten om te draaien naargelang illustratie en kleur. Bijvoorbeeld: je draait 2 willekeurige kaarten om en je vindt baby harten en baby koeken. Dat is een combinatie.
Indien je een combinatie vindt, dan mag je de 2 kaarten als een setje naast je neerleggen met de illustratie naar beneden gericht. Indien de kaarten niet gelijk zijn, draai je de kaarten terug om en probeer je de kaarten te memoriseren zodat je later wel een combinatie kan vormen. Als alle kaarten uit het speelveld weg zijn, is de speler met de meeste setjes de winnaar. 

​

Degene die het meeste aantal combinaties kan vormen, mag een vraagje beantwoorden en hiervoor krijgt hij/zij een punt.

Memory

©2019 door Quadri.

bottom of page